Jump up

Op objecten springen of er vanaf springen is waarschijnlijk het volgende doel wat je voor jezelf stelt als je de Bunnyhop geleerd hebt. Waar je op springt, hangt er vanaf hoe hoog je kunt springen, maar de beweging blijft hetzelfde.

Wanneer je ergens op springt, gaat dat net zo als wanneer je de Bunnyhop op een vlakke straat doet. Het verschil is dat je op een bepaalt moment springen moet. Je kunt dit op een vlakke grond oefenen en bij de markering springen. Je moet wel een beetje vaart hebben, zodat je er ook werkelijk bovenop komt.

Als je iets sneller dan stapvoets fietst, spring je, op ongeveer anderhalve fietslengte afstand van het object waar je op springen wilt, omhoog. De werkelijke afstand hangt ervan af hoe hard je fietst en hoe hoog je moet springen. Wanneer je, als je springt, te dicht bij het object bent, loop je het risico tegen de zijkant aan te komen en niet bovenop het object.

Zorg ervoor dat je met je GT bmx recht in het midden over de rand rijdt.

Hou jezelf in balans en bereid je erop voor om aan het eind van de rand naar beneden te springen. Als de rand of richel vrij kort is, kun je gelijk na de landing je knieën en ellebogen licht buigen.

Als je het einde van de rand nadert, moet je ermee beginnen om je gewicht naar achteren te verplaatsen en het voorwiel te ontlasten.

In het begin hoef je je geen zorgen te maken om een Bunnyhop naar beneden te springen. Verleg je gewicht een beetje naar achteren en probeer je snelheid te behouden.

Als je het eind bereikt hebt verleg je je gewicht nog verder naar het achterwiel en bereid je je erop voor om de landing met licht gebogen knieën op te vangen.

Je moet ervoor zorgen om op het achterwiel van je GT bmx te landen.

Bij de landing ga je door je knieën, net zoals bij een gewonen Bunnyhop.